Rogue Squadron II: Rogue Leader wist vriend en vijand te verbazen. Met het vervolg werd het eerste deel in de serie niet alleen waardig opgevolgd, maar was alles grootser, mooier, beter en sterker. Factor 5 had een haast onmogelijke taak toen de ontwikkeling van Rebel Strike, de derde Rogue Squadron, stond te beginnen.
Het is dan ook logisch dat een vervolg er moest komen. Rogue Leader wist records neer te zetten qua verkoopcijfers en werd geliefd door een ieder die het speelde. Ook buiten de Star Wars-fan om. En niet alleen omdat het ons de beste gevechten uit de originele trilogie na liet spelen, maar vooral omdat het dat op een manier deed die barstte van de details en een schaal had die we nooit eerder zagen in games als deze. Rogue Leader was grafisch bijzonder indrukwekkend tijdens de launch van de Nintendo GameCube en werd genoemd als dé game om het systeem mee te laten pronken.
In Rebel Strike kom je uit je cockpit
LucasArts en Factor 5 hebben dan ook twee jaar lang alles op alles gezet om Rogue Leader niet alleen te evenaren, maar daadwerkelijk proberen te overtreffen. Wederom doet de game zijn best om het verhaal van de originele trilogie aan de speler voor te schotelen. Hierbij krijg je afwisselend van elkaar Luke Skywalker, Han Solo en Wedge Antilles onder de knopen. Er is echter flink wat meer afwisseling in de game dan in voorgangers. Waar je daar steeds een X-Wing, Y-Wing of elk ander ruimtevoertuig bestuurde, krijg je nu ook de controle over Imperial Walkers en zelfs Speeder Bikes. Grootste verschil is echter dat je voor het eerst in de franchise ook missies te voet kunt doen en dat er een heuse multiplayer aanwezig is.
Dat maakt van Rogue Squadron III meteen de beste game in de serie, toch? Nou, misschien op sommige punten. De gevechten met schepen zijn intenser, grootser en grafisch nog indrukwekkender dan in het bijzonder sterke tweede deel. De coöperatieve stand is een prachtige manier om de game nog langer te kunnen spelen, dit keer met een vriend(in) op de bank. Maar toch zijn er ook onderdelen waarop de game minder goed is dan de voorganger. Zo zijn die eerder genoemde missies waarbij je te voet bent (welke duidelijk geïnspireerd zijn op Shadows of the Empire) nooit goed te spelen. Deze voelen alsof ze te weinig ontwikkelingstijd hebben gehad; alsof er iets mist. Het verschil met de overige missies is gigantisch. En dat is bijzonder jammer, omdat het verder een haast perfecte game lijkt te zijn.
Rebel Strike is grootser en gevarieerder
Rebel Strike is gewoonweg veel grootser dan zijn voorganger. De missies zijn gevarieerder, de omgevingen indrukwekkender. Zo beleef je de Battle of Hoth dit keer vanuit een heel ander perspectief en sta je niet veel later oog in oog met Yoda terwijl je traint om een Jedi te worden. En ja, je vliegt zelfs over Geonosis. Het was tijdens de release dan ook het ultieme Star Wars pakket voor gamers. De ervaring werd compleet gemaakt door daadwerkelijke beelden uit de films te tonen, in heuse DIVX-kwaliteit. Waar je Luke steeds speelt in de missies te voet, zijn het de levels van Wedge die duidelijk interessanter zijn. In welk schip hij ook vliegt, de missies (gelukkig het overgrote deel van de game) zijn zo goed en strak, dat die uit Rogue Leader haast verbleken. En dat is een hele prestatie.
Wanneer je niet in de lucht bent, ben je bezig met de grondmissies. Hierin is behoorlijk wat onderscheid te vinden in de missiestructuur. Zo knal je met een AT-ST op Endor, vlieg je op hoge snelheden met een Speeder Bike over diezelfde planeet of ga je aan de slag met andere, kleinere voertuigen. Wat Factor 5 goed doet is dat de besturing bij de grondvoertuigen een stuk simpeler is gehouden dan nodig is. Hierdoor ben je niet teveel bezig met wat je in moet drukken, maar geniet je van de grootsheid om je heen, helemaal wanneer de levels op grote snelheden om je heen trekken. Het zijn deze missies die de ruimtegevechten van Rebel Strike naar een hoger plan brengen. Het maakt de game beter dan de voorganger. Het is daarom zo jammer dat de missies die je te voet aflegt zo’n smet op de belevenis zijn.
Grondmissies laten te wensen over
Meteen vanaf de eerste keer dat je zo’n missie onder de knoppen krijgt merk je dat er iets niet klopt. Het voelt niet alsof je dezelfde game met diezelfde strakke besturing speelt als in de overige missies. Je personage is bijzonder stijf, de bewegingen niet vloeiend en vaker dan eens loop je door objecten heen of kom je op gebieden waar je niet hoort te komen doordat de ‘collision detection’ gewoonweg niet werkt. Daarnaast werkt het lock-systeem van je wapen meer niet dan wel en is de cameravoering alles behalve doeltreffend. Helemaal wanneer deze missies in binnenruimtes of kleine omgevingen spelen.
Het haalt de vaart en de beleving enorm uit het spel. Tijdens elke missie die je te voet af gaat leggen verlang je snel terug naar je X-Wing, de Falcon of een Walker om een andere missie mee te kunnen beslechten. Want die missies zijn zó enorm sterk, zó enorm goed, dat het gewoon lijkt alsof je twee compleet andere games zit te spelen. Niet alleen qua gamapley, maar ook de bijzonder sterke graphics uit het spel zijn hier duidelijk minder aanwezig. En dat kan nooit de bedoeling zijn geweest. Factor 5 heeft duidelijk enorme ambities, maar of het nu toch een gebrek aan tijd of toch het feit is dat deze gameplay ‘uitgevonden moest worden’ voor dit deel, is mij niet bekend.
Multiplayer in versus en co-op
Dan de mogelijkheid om met twee spelers te spelen. Iets wat in elke game als deze aanwezig zou moeten zijn, maar toch is het pas in het derde deel dat de mode toegevoegd is. In verschillende standen, ‘versus’ en ‘coöperatief’ kan er gekozen worden met of tegen elkaar te strijden. Zo heb je dogfights in versus tegen je vriend, of moet je juist elkaars ‘basis’ uit de lucht schieten. Terwijl jij dit doet moet je uiteraard je eigen basis beschermen. Of wat te denken van een mogelijkheid waarin gekeken wordt wie de Death Star Trench Run het snelste af kan leggen? De coöperatieve mode is duidelijk favoriet. Sterker nog, voor alleen deze mode is een aanschaf van de game al aan te raden. Heel de game is namelijk volledig opnieuw te spelen, dit keer met twee spelers. De moeilijkheidsgraad ligt hierbij hoger, waardoor samenwerken een must is. Het duurt dan ook niet lang voordat je de vriend op je bank ‘Red Five’ gaat noemen.
Rebel Strike klinkt fantastisch en weet de grafische pracht van de voorganger te overtreffen. Met een fantastische multiplayer, een singleplayer die voor drie-kwart geweldig is en een geweldige Star Wars-sfeer, weet de game meestal een toffe ervaring neer te zetten. De loopmissies zijn een grote smet op het geheel, maar mensen die daar doorheen kijken vinden een prachtige game die gespeeld dient te worden door iedere fan van de franchise.